Bezoekersteller

De laatste 5 artikelen

dinsdag 23 oktober 2012

Dat wordt betalon, pannekoek!



Dat wordt betalon, pannekoek!


Dit is mijn favoriete zinnetje van de dames van de komische VPRO-serie Toren C. Gebezigd door 2 kantoorvriendinnen die elke uitzending (meestal) in de lift een argeloze mannelijke collega zien instappen. Hij doet altijd zogenaamd iets fout, waarvoor hij in de ogen van de volkse jongedames moet betalon. En wel 50 euri.
Bekijk op YouTube

Ze zeggen niet: je moet betalen, maar dat wordt betalen.
Wij zeiden vroeger: Dat wordt dokken! Dat wordt zakjes plakken (opsluiting, gaan brommen). Dat wordt de hele week fietsen (auto kapot). Dat wordt de hele week kroketten eten (Wim Sonneveld, omdat het publiek geen warme consumpties eet wegens de vertoonde lichtbeelden met vreselijke zweren). Dat wordt maanden geen sex (vult u zelf maar in).

Dat wordt drukt uit: onvermijdelijkheid, het lot, het noodlot, geen lieve moeder die kan helpen, de klos zijn , de l..l zijn, in de aap gelogeerd zijn.

Dan hebben we nog dat euri i.p.v. euro's, m.i. aansteltaal, net zoiets als de uitspraak Uiropa.
En betalon i.p.v. betalen. Dat is ook een taalverschijnsel waar ik nog niet de hand op kan leggen. Misschien zijn er lezers die hier meer voorbeelden van weten en kunnen uitleggen wie dit soort uitspraak gebruikt en waarom.

Iemand uitschelden voor pannekoek of pannenkoek verhoogt de pret. Een pannekoek is een sul, een lulletje rozenwater (ook leuk om eens uit te zoeken waar dat vandaan komt). Je hoort ook wel koekebakker als uitscheldnaam, wat ongeveer hetzelfde uitdrukt als pannekoek. De schrijver Nescio gebruikte al heel lang geleden de naam Koekebakker voor een van zijn hoofdpersonen, een mister Nobody, meneer Doorsnee, Elckerlijc, de middelnederlandse variant.

De volgende aflevering van Toren C zit ik weer klaar en wacht op dat ene zinnetje:
Dat wordt betalon, pannekoek!



zaterdag 20 oktober 2012

Klysma-foutje

"De toestand van prins Friso blijft onverantwoord."

Aldus koninklijk correspondente Kysia Hekster
(Die volgens de spellingscontrole klysma Hester heet)

Ach, ze moet er nog even inkomen.

Lang wachten

Gehoord bij tv-programma Kassa:

"We willen binnen niet afzienbare tijd de klachten verhelpen," aldus woordvoerster van belcompany Simpel.

Wat klopt niet?



zondag 7 oktober 2012

Bent u ook zo degelijk?

Bent u ook zo degelijk? Ik wel. Zo degelijk als de pest. Is dit nu een goede of een slechte eigenschap?

In het jaar 1853 liepen er in Nederland (in ieder geval in Zeeland) ook al degelijke mensen rond. Degelijke jongens waren toch weer net iets anders dan degelijke meisjes.
Tegenwoordig zou je niet meer zeggen: "Die jongen is weldra deeg." (is: volwassen - Het gaat hier niet om een bakkersknecht). En bij meisjes is deeg huwbaar want gemenstrueerd hebbende....

Kijk naar de oorspronkelijke betekenis van deeg in dit stukje uit De Navorscher uit 1853:


vrijdag 5 oktober 2012

Survivallen tussen de Engelse werkwoorden


Het is survivallen als je probeert te overleven in het woud van Engelse werkwoorden in de Nederlandse taal. Daarom neem ik het het (2x het!) Enschedese weekendkrantje (hierboven) ook niet erg kwalijk. Het zijn er teveel en je leert niet meer op school hoe je ze moet spellen. Je weet zelfs niet of je ze wel mag gebruiken, of ze tot de Nederlandse woordenschat zijn gaan behoren.

Ikzelf ben geen purist die al die anglicismen wil vermijden. Dan stap je in een tijdmachine, steek je je (2x je!) kop in het zand, leg je je (alweer!) onder een grote steen.Je houdt die Engelse woorden echt niet buiten de deur! We leven met smartphones, ipads, touchscreens en we spelen niet meer met de macanodoos en gaan ook niet meer in een teil op zaterdagavond. Dit laatste voor de oudere lezertjes (60+, nee geen kaas, maar leeftijd).

Onze Taal heeft een mooi lijstje met de Engelse werkwoorden en dier (?)  vervoegingen.
Een voorbeeld hieronder:


Bij dat swingen moet je een beetje oppassen als je onwetend en naief bent. Qua taal dan...
En ik swype nooit, maar swipe de hele dag als Jobs-gelovige.

Stel je voor: de Duitsers vallen opnieuw Nederland binnen (zoals eergisteren in Enschede) en ze verordenen dat alle Engelse werkwoorden onmiddellijk moeten worden vervangen door een Duitse vertaling ervan. Dan ben je pas echt in Hotel de Aap gelogeerd!


dinsdag 2 oktober 2012

Het kan niet zo zijn dat

Luisterend naar de radio, hoorde ik een woordvoerder van Logistiek Nederland. Hij was erg overtuigd van zijn verhaal dat meer asfalt een zegen is voor Nederland.
Maar om de drie regels begon hij zijn zin met:

"Het kan toch niet zo zijn dat...."


Dat is irritant! Je hoort het erg veel, vooral bij politici en woordvoerders. Het drukt een soort stoerheid uit, een overtuiging dat het zo is en niet anders. Het laat geen ruimte voor tegenspraak. En daarom is dat erg vervelend, vooral als de spreker het zinnetje vaker in de mond neemt.

                                                       

Via Google kwam ik bij de site Irritaal terecht. Daarop staat te lezen:


Deze drogreden is een geliefd instrument van vele politici, want het is suggestief en komt over als een waarheid. Een voorbeeld: ‘Het kan toch niet zo zijn dat een buschauffeur niet meer veilig is op zijn werk?’ De politicus wil dat een buschauffeur veilig is op zijn werk, dus het tegenovergestelde kan volgens hem niet. Dat is echter wel de praktijk, sommige buschauffeurs zijn niet meer veilig.
Deze uitspraak wordt populistisch met de toevoeging in dit land: ‘Het kan toch niet zo zijn dat je in dit land verplicht bent om altijd je identiteitsbewijs bij je te hebben?’ Dat impliceert dat alle andere landen een dicatoriaal regime hebben waar de geheime politie over je schouder meekijkt. Of: ‘Het kan toch niet zo zijn dat in dit land bolletjesslikkers de grens overkomen?’ Alle andere landen lijken dan bananenrepublieken waar criminaliteit hoogtij viert.
Het kan toch niet zo zijn dat is meer dan een impliciete vraag om bevestiging van de toehoorder (,toch?), het is ook het manipuleren van de toehoorder en daar ben ik geheel niet van gediend.
Het kan toch niet zo zijn dat het kan toch niet zo zijn dat minder dan een 9 op de irrischaal verdient?

maandag 1 oktober 2012

Zwijntjesjager

 
                      


Zwijntjesjager, een verouderd woord dat ik nog maar zelden tegenkom.
Een zwijntje was bargoens voor (oude) fiets. Een zwijntjesjager jaagt dus op fietsen, oftewel een fietsendief.
Trouwens stom van die zwijntjesjager uit het bericht. Had hij zijn licht aangedaan, was hij niet tegen de lamp gelopen en had de dienstdoende diender hem niet in de kraag gevat.
Stelen doe je niet! Niet netjes. Voor het woord stelen zijn vele andere benamingen (synoniemen):
Hier vind je een lijst.

                                                 

                                                      geen zwijntjesjager, zijn zak is te klein...


Mieterse zaterdagavonden!


Trakteer uw televisiebezoek. Een typisch jaren '50-woord. Nu nodig ik mijn zwager een keer uit om samen bij mij naar een voetbalwedstrijd te kijken. Maar dat noem ik geen televisiebezoek.
Toen er in de jaren '50 (in 1951 voor het eerst uitzendingen) nog maar heel weinig mensen een televisie hadden, was televisie kijken een luxe. De familie mocht ervan meeprofiteren, dan werden ze uitgenodigd om op zaterdagavond samen naar het technische wonder te kijken. In het begin was er nog maar 1 net, dus geen keus. (Dit voor de jonge lezertjes) De trotse bezitters haalden lekkere hapjes in huis om in gezamenlijkheid naar de uitzendingen te kijken. Maakte niet uit wat er op te zien was, ook het testbeeld was interessant.
Ikzelf ging bij een gezin op bezoek, bijna een kilometer verderop. Want daar hadden ze televisie! Voor een stuiver (5 cents) mocht je woensdagmiddag met nog 20 andere kinderen naar Pipo de Clown kijken. 


Uit dezelfde jaren stamt bovenstaande advertentie. Een grote tieneramateuravond, in een zaaltje.
Wat was een tieneramateuravond? Zouden we nu niet meer zeggen. 
Wel eens gehoord van Idols of The Voice of Holland? Zoiets was het, een talentenjacht voor amateurs, voor tieners, ook wel teenagers genoemd. Meisjes in petticoats en getoupeerd haar en opgeschoten jongens met vetkuiven en puntschoenen. Jaren '50 en '60, mieterse tijden!