Een spelfout op een nieuwjaarsgroet heeft een 18-jarige Hagenaar die zich voordeed als krantenbezorger de das omgedaan. Op het kaartje, waarmee hij door het Regentessekwartier trok om eindejaarsfooien te innen, wenste hij de ontvanger een gelukkig 'nieuwyaar'.
De jongen had al op verschillende adressen fooien geïnd uit naam van huis-aan-huisblad De Posthoorn. Een bewoner die de Nederlandse spellingregels paraat had, rook lont toen hij het kaartje met de fout voor zijn neus kreeg en belde de politie. Agenten konden de oplichter woensdagavond van de straat plukken.
De Hagenaar zit nog vast. De politie adviseert om een legitimatiebewijs te vragen van mensen die langs de deuren gaan om eindejaarsfooien te innen. (einde bericht)
In de 2e regel van de 2e alinea zit een flink foutje. Zoekdefout dus.
Drie dagen geleden belde een zeer jonge allochtone fooienschooier bij ons aan. Hij gaf mij een dun wenskaartje en hij mompelde een nieuwjaarswens en meldde de naam van een huis-aan-huis-blad, waarvan er vele bestaan.
Ik vertrouwde hem voor geen eurocent, gaf het kaartje terug. Hij droop af. Die jongens hebben thuis een moeder met een prima kleurenfotoprinter. Daar trappen wij niet in. Vandaag herhaalde zich deze geschiedenis. Dit keer was het kaartje dikker en authentieker, de jongen wat ouder. Ik geloofde hem op zijn donkere ogen en spendeerde een euro ter bevordering van het heil van alle Arabieren.
Mijn vrouw is ook niet de gulste gever des lands. Ik vind dat wij een gezamenlijk beleid moeten voeren jegens deze nieuwjaarsschooiers en de geiten van de bokken moeten scheiden, op een rechtvaardige wijze. Ik zei dat we de wenskaartjes op de binnenkant van de voordeur gaan plakken, zodat we elke nieuwjaarwenser kunnen controleren op de eerbaarheid van zijn wens. Dat namens huis-aan-huis-blad Enschede Nieuws niet vier nieuwjaarsschooiers onze voordeur teisteren. Ik zeg: per blad slechts 1 nieuwjaarwenser. Anders wordt het een zooitje en verdiept zich de financiële crisis nog meer.
Meer dan 50 jaar geleden deed zich bij mij een nieuwjaarswens-dramaatje voor. Als zeer bescheiden, jonge Nieuw Utrechts Dagblad-bezorger belde ik aan bij naar wat later de directeur van het postkantoor bleek te zijn. De vriendelijke oude man hoorde mijn nieuwjaarswens aan en drukte mij een rijksdaalder in de hand. Toen een enorm bedrag. Ik weigerde de al te gulle gift. Te veel. Buitenproportioneel, maar dat woord kende ik toen nog niet. Ik vertelde het later mijn broers en zusters en die zeiden dat ik gek was. Die man kon het goed lijden, de directeur van het postkantoor! Ik schaamde me een beetje, voor zoveel bescheidenheid en eenvoud. Een halve eeuw later zijn deze karaktertrekken nog steeds niet afgesleten. Maar wacht u voor de fooienschooier!
De man begreep dat hij voor de gek werd gehouden toen hij het kaartje onder zijn neus kreeg.
BeantwoordenVerwijderenhenk deerenberg