Ik verbaas me elke dag over het taalgebruik in de media. Mijn vrouw trouwens ook (zij is een natuurtalent overigens). Steeds roepen we uit: moet je nou eens horen, lezen, hoe is het mogelijk, dat verwacht je toch niet van zo'n man/vrouw, in die positie, hebben ze geen corrector bij die krant, moet je die ondertitels nou eens lezen. Verbazing, ergernis, geamuseerdheid vechten om de voorrang.
Ik moet zeggen dat mijn huidige beoordelingen van taal vaak 'geprägt' worden door hoe je het ooit geleerd hebt op school. Het bewijs van 'zo heb ik dat vroeger op school geleerd' is niet altijd sterk en steekhoudend. Simpel omdat de taalregels in de loop der tijd zijn veranderd en omdat er tegenwoordig democratischer met taal wordt omgegaan.
De strengheid van schoolmeesters bestaat niet meer. Wij houden niet van elite, laat staan van een taalelite. Behalve bij het Nationaal Dictee, dan hebben alle deelnemers weer een heilig ontzag voor het rode potlood.
Losse woorden correct schrijven, is met behulp van internet goed te doen, maar begrijpelijk Nederlands schrijven is heel wat anders. Kun je niet opzoeken, behoeft naast veel ervaring ook taalgevoel en -inzicht.
Om eens wat te noemen:
-wanneer gebruik je een nieuwe alinea?
-hoe lang zijn je zinnen, i.v.m. de leesbaarheid?
-hoe maak je effectief gebruik van leestekens?
-hoe fris, fruitig, modern en/of origineel is je taalgebruik?
-sluit je taal aan bij je doelgroep?
-hoe flexibel is je taalgebruik, kun je je stijl aanpassen?
-heb je voldoende taal-feedback in je omgeving, om jezelf scherp te houden?
Zo maar wat vragen die aangeven hoeveel er te leren en schaven is op het gebied van goed taalgebruik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten