Bezoekersteller

De laatste 5 artikelen

vrijdag 18 november 2011

Blieft u een koekje?


                                             Blieft u 1 koekje? Daar zeg ik geen nee op.

Koekjesnamen

Houd u ook zo van een lekker koekje? Een koekje bij de thee, hoe typisch Nederlands. De Nederlandse pioniers exporteerden in 1627 al de cookies naar New York. 

De Hollandse zuinigheid wordt altijd aangetoond met het voorbeeld van de oude Willem Drees die de vertegenwoordiger van Amerika uitnodigde in zijn burgerlijke rijtjeswoning op de Beeklaan in Den Haag en hem vergastte op een kopje thee met een koekje (een Marie-biscuitje volgens de overlevering).  Hier het hele verhaal.


Hier volgen wat bekende koekjes en wat informatie:

Oublie-koekjes

Oublie-koekjes en -hoorns zijn veel gebruikte koekjes om ijs. Ze werden voor het eerst gebakken in Luik aan het einde van de 19e eeuw. De koekjes werden genoemd naar obli's, wat weer afgeleid was van het woord oblata. Oblata en obli waren woorden voor niet-geconsacreerde hosties. Doordat de oorspronkelijke koekjes erg leken op hosties werden ze hiernaar genoemd.

De koekjes werden in Luik geintroduceerd door de vele Italiaanse ijsmakers, die in de loop van de 19e eeuw naar het Noorden trokken

Uit : Reinders, P. : Een coupe speciaal, de wereldgeschiedenis van het consumptie-ijs. Veen, Amsterdam, 1999, 670 blz. 


Kletsmajoors (koekje):

kletsmajoor (kwebbelaar) :

Janhagel (ook als jan hagel gespeld) is een typisch Nederlands soort koekje.
Het is een klein rechthoekig koekje van speculaas met daarop grove suiker en amandelschaafsel.

Jan Hagel was in de Tweede Wereldoorlog ook een scheldnaam voor Landwachters, die waren namelijk bewapend met jachtgeweren.

Het janhagel is een scheldnaam voor het gewone volk, veelvuldig gebezigd door Markies de Canteclaer in deBommelsaga. Ook kapitein Haddock uit "de avonturen van Kuifje" mocht dit woord graag in de mond nemen.
De term "janhagel" bestond al in de 17e eeuw en had waarschijnlijk betrekking op wat we nu "opgefokt" gedrag zouden noemen, van zeelieden.[1]

Jodenkoek

"Jodenkoeken"
Een jodenkoek is een grote, platte koek van zandgebak van zo'n 10 cm in diameter
De originele koeken worden gemaakt in Alkmaar door Davelaar sinds 1883. In 1883 
begon Albert Govers een bakkerijtje aan de Houttil 36 in Alkmaar (achter de Waag). In 
1924 kwam Dirk Davelaar vanuit Zaandam en nam de winkel over. Hij verbouwde de 
winkel en plaatste rond die tijd veel advertenties in de Alkmaarsche Courant. Hierdoor 
werden zijn specialiteit (de jodenkoeken) beroemd binnen, maar ook buiten Alkmaar.
Jodenkoeken worden ook door anderen geproduceerd, onder andere door Lotus 
Bakeries uit Enkhuizen en O'Lacy uit Amsterdam. Hoewel de producten dezelfde naam hebben zijn de koeken wel totaal verschillend.
Sinds de nieuwe spelling van 1996 hebben sommige producenten de naam van het 
product aangepast naar jodenkoek, andere producenten zijn echter de oude naam 
jodekoek blijven gebruiken.

[bewerken]
Volgens Lotus Bakeries is het recept voor deze koeken afkomstig van een Joodse bakker 
uit Amsterdam die in de jaren '20 van de vorige eeuw de koeken verkocht, wat de naam van

deze koeken verklaart. Deze bakker verkocht het recept aan een bakkerscollectief uit
Enkhuizen. Dit is de meest gehoorde verklaring.
Andere bronnen melden dat de naam niets met Joden te maken heeft, maar dat een bakker
met de familienaam 'de Joode' deze koeken bakte.
Dan is er nog een derde verhaal: de koeken zijn groot maar dun. Voor weinig geld kon je
daarom een grote koek presenteren. Veel producten die vroeger goedkoop waren, hebben een
 toevoeging "Joods" gekregen. Er wordt wel beweerd dat dit verwijst naar "gierigheid" van de
Joden, maar veel Joden waren arm en zullen vanwege hun armoede vaak voor goedkopere
producten gekozen hebben.
De naam werd in de jaren zeventig als discriminerend beschouwd. De fabrikant overwoog de naam
te wijzigen, maar is daar niet toe overgegaan. Wel zijn de namen voor de geëxporteerde koeken
aangepast.

De stroopwafel 

In Gouda, vandaar dat dit type koek als Goudse wafel bekend is. Stroopwafels werden 

in die tijd gemaakt van oude koeksnippers, deegresten en stroop en waren daardoor erg 
goedkoop. Ze werden in de 19e eeuw dan ook wel armenkoekengenoemd.[3] Vanaf 1870 
werden de Goudse stroopwafels niet alleen in Gouda, maar ook elders vervaardigd. Ook 
de kruimels van de afgesneden randen en mislukte koeken (ook wel snippers genoemd) 
zijn in zakjes te koop. De Goudse wafels worden ook op straat verkocht. Stroopwafels 
worden ook buiten Nederland gegeten. Ze zijn vaak in supermarkten te koop of in speciale 
winkels. Soms zijn de stroopwafels in het buitenland kleiner en duurder dan in Nederland.

[bewerken]Trivia

  • Sinds 2006 is er stroopwafelijs op de Nederlandse markt.
  • In de Tatort-aflevering Verraten und verkauft werd door Freddy Schenk nadrukkelijk 
  • reclame gemaakt voorHolländische Stroopwaffeltjes.
  • Er is een Rotterdamse band genaamd The Amazing Stroopwafels.
  • In New York worden sinds 2006 mini-stroopwafels verkocht die gedipt zijn in verschillende 
  • soorten chocola, de zogenaamde Dutch Moon Cookies.

De krakeling is een soort koekje. Het wordt vaak als typisch Nederlands beschouwd, 
maar ook inScandinavië is het een bekende zoetigheid.
Het koekje kenmerkt zich door zijn specifieke vorm. Het deeg wordt in een lange sliert
gerold, waarna de uiteinden kruislings teruggeslagen worden naar het midden van de
sliert. De krakeling wordt afgewerkt met een suikerlaagje of grove suiker en eventueel
kaneel.
Een groter formaat van de krakeling wordt vaak geserveerd bij de koffie
op begrafenissen en crematies. De vorm staat dan symbool voor het begin
en het einde van het leven.

Een kletskopje is een heel hard, heel dun en bijzonder knapperig koekje, dat 
voornamelijk uit suikerbestaat.
De vreemde naam van het koekje komt van de bereidingswijze. Kletskopjes kunnen bij
de thee gegeten worden, maar ook in een nagerecht gebruikt worden. Zo kan bijvoorbeeld
in combinatie met bolletjes een aantrekkelijk torentje gemaakt worden (kletskopje / bolletje
ijs / kletskopje / bolletje ijs / kletskopje / torentje slagroom).

Andere betekenissen van kletskop:
  • Iemand die veel en oppervlakkig praat wordt wel als kletskop aangeduid. Dit hoeft 
  • geen onaangename eigenschap te zijn, en kletskop kan dan ook als vriendelijke 
  • aanduiding gebruikt worden.
  • Kletskop is ook de triviale naam van de huidziekte favus, die zich voornamelijk 
  • voordoet op het hoofd bij kinderen. De ontstoken huid lijkt op de tekstuur van het
  •  koekje. De ziekte zou een verwijzing zijn naar de drager (kletskop = klein kind). De ziekte 
  • wordt in Vlaanderen ook kaalkop genoemd, omdat op de plekken geen haar zit. Onduidelijk 
  • of de ziekte naar het koekje, of het koekje naar de ziekte is genoemd.
  • In een aantal Vlaamse dialecten betekent het woord "kletskop" "kaalkop". Het woord 
  • "kletse" betekent dan "kaal".

The Dutch gave us the word for cookie--koeptji or koekje, which means "small cake." 
In 1627, the Dutch introduced holiday cookies to the North American continent through 
their early settlements in the New World. 

Correct Haags - Nederlands: "Marie-Claire, die meneer op Sesamstraat heet Koekjemonster."

Wat zijn Arnhemse meisjes ?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten